Er
bestaan familienamen die direct aan het oude Indië doen
denken, zoals Ament, Belle, Etty, Lapré, Soesman, Weynschenk
et cetera. bij deze namen springen dadelijk Indische
begrippen in het bewustzijn als: suiker, tabak, officieren,
handel, kunst, dokteren ambtenaren. Namen noemen is Indié
noemen.
Neem nu de naam Belle. Belle
betekent vioolbouw en Belle betekent Betawie. Tot de naamsverandering
toe bij de overdracht er in Batavia een weggetje dat Gang
Belle heette. De naam Belle was niet alleen bekend in Batavia,
maar in heel Indië en in kringen van musici zelfs internationaal.
Drie
Franse Belle's
Begin 19e eeuw vertrokken drie broers Belle uit Frankrijk
en vestigden zich in Batavia. Broer Peter was instrumentmaker.
Hij woonde, omdat hij voor zijn werk veel licht nodig had
in een huis op de Djembatan Boesoek, dat in de volksmond
" Het Glazen Paleis "werd genoemd. De wijk Djembatan
ontleende zijn naam aan de kromme brug die een eindje voorbij
Sawar Besar over de Molenvliet lag.
De naam Peter is zeker niet Frans. Het schijnt dat de broers
omgedoopt zijn want Jean hette later volgens zijn grafsteen
Johannes Jacobus.
Peter was ongehuwd, de tweede Belle waarvan we de voornaam
niet weten was bij de Stafmuziek. Hij woonde in Pintoe Besi,
was wel getrouwd maar had geen kinderen.
Toean
Tanah Norbèk
Jean Belle was ook musicus, speelde fagotbij de Stafmuziek
en werd later onderkapelmeester.Hij was zeer actief en had
een handel in muziekinstrumenten en repareerde onder andere
piano's en was ook dans leraar aan het paleis.
Jean trouwde met Mej. De Bruin, pupil van het Djatigesticht,
destijds in Rijswijk. Hij was welvarend en woonde in Noordwijk
in het huis van de waar later de Handel Maatschappij ( Factorij
) in gevestigd werd, de Kampong Norbèk. Jean Belle werd
dan ook wel Toean Tanah Norbèk genoemd. Zijn muziekhandel
was in dat zelfde huis gevestigd. Later bouwde hij ook huizen
op het land, grenzend aan Pasar Baroe.De straat waaraan
de huizen lagen werd naar hem Gang Belle genoemd.
Een
wilde Belle
Jean's zoon Willem Frederik was ook instrumentmaker
en stemmer van piano's en orgels. Van de toekangs van zijn
vader leerde hij het repareren van muziekinstrumenten. Hij
was zeer wispelturig, ongedurig, een echte bon vivant.Hij
speelde cello en speelde mee in het orkest als er een operagezelschap
in Batavia kwam. Hij gaf ook celloles mar had slechts enkele
leerlingen omdat hij niet gebonden wilde zijn.Een van zijn
leerlingen was de cellist Frans Wiemans. Hij bleef niet
op de zaak van zijn vader. hij beheerde de zaak in provisiën
en dranken van zijn oom Ahrend aan de Djembatan Marah te
Buitenzorg. Hij had vele vrienden en was zelf de beste klant
van de zaak. het is dan ook niet verwonderlijk dat de zaak
failliet ging. Daarna werd hij naar Paroeng Pandjang gestuurd
om te werken aan de aanleg van het spoor naar Bantam. Daar
maakte hij kennis met een Indo-Chinees meisje, Tan Sie Nio
met wie hij later zou trouwen
Na de dood van zijn vader werd de muziekzaak door Willem
Frederik voortgezet, maar d zaak ging sterk achteruit. De
zaak werd verplaatst naar Noordwijk 16. Uit het huwelijk
van Willem Frederik en Tan Sie Nio werd op 26 december 1886
in Buitenzorg een zoon geboren; Willem Alfons.
De
vioolbouwer
Willem Alfons Belle volgde in 1909 zijn vader in zaak op.
Hij stemde piano's, orgels en repareerde allerlei muziekinstrumenten.
Na de Eerste Wereld oorlog ging hij voor acht maanden naar
Europa, waar hij in Nederland, België en Duitsland leerde
op het gebied van de vioolbouw. Veel leerde hij echter niet,
het meeste leerde hij inde praktijk. Wel sloeg hij grote
hoeveelheden materiaal en hout in voor de vioolbouw. Na
de terug in Batavia vestigde hij zich in het pand Noordwijk
9 en legde zich helemaal toe op de vioolbouw en verwierf
hiermee zo'n goede naam, dat alle muzikanten die op tournee
naar Indië kwamen zijn adres meekregen. Hij maakte violen
naar het model van Stradivari. Zij brachten in die tijd
vijf honderd gulden op, de zelfde prijs als in Holland,
voor Indische begrippen zeer hoog geprijsd. Elke viool kreeg
een naam. Willem Alfons Belle had ook een werkplaats in
Bandoeng op Braga.Wie wilde er niet een "Made in Braga"
van Willem Alfons Belle??
Redding
Door moeilijkheden met het personeel werd de zaak op
Noordwijk even voor het uitbreken van de Tweede Wereld Oorlog
gesloten. Hij verhuisde naar Buitenzorg rn daarna naar Serang
waar hij naast zijn muziekzaak ook een hotel had dat beheerd
werd door zijn vrouw Amalia Johanna De Boer. Door ziekte
van zijn echtgenote werd het hotel gesloten en verhuisden
zij weer via Bandoeng naar Buitenzorg, waar zij zich vestigden
te Bondongan, tegenover Melkerij Hahn. Hier had hij weer
zjn reparatie atelier voor muziekinstrumenten.
Dit bleek zijn redding te zijn tijdens de oorlog. De Japanners
die veel respect hadden voor de kunst interneerde Belle
niet en zorgden er voor dat hij geen gebrek leed. Matsumoto
kwam hem vaak opzoeken en bracht voedsel en sigaretten mee.
Iwaki kwam er regelmatig vioolspelen. Kobayashi sloeg Belle
als vioolbouwer hoger aan als Suzuki en heeft pogingen gedaan
om Belle over te halen om naar Japan te gaan. Na de Japanse
capitulatie was het echter over met de vioolbouw. In de
bersiaptijd werd hij uit zijn bed gelicht en naar de gevangenis
in Bogor gebracht. Zijn vrouw en kinderen naar het kampte
Kedoeng Halang. Het huis werd door de bevolking gerampokt,
er bleef niets van de inventaris over. Uit het huwelijk
met Amalia Johanna werden drie kinderen geboren, een zoon
en twee dochters. Deze zoon, die geboren werd te Buitenzorg
op 10 januari 1936 erfde ook het muzikaal talent van zijn
voorouders.
Willem Belle woonde na zijn repatriëring in Rotterdam waar
hij tot aan zijn dood toe elke kans aangreep om zich bezig
te houden met zijn liefste werk: het bouwen en repareren
van violen.
Dit artikel is een bewerking
van het artikel: "Belle, een Indisch begrip",
dat in de Tong Tong verscheen op 30 april 1959In
de Encyclopedie voor Vioolmakers van Javolec wordt een Vioolbouwer
met de naam Belle vernoemd : W. Belle, Weltevreden ( in Java
) 20e eeuwse Nederlandse vioolbouwer die op Java woonde |